Nieuwe items

Voetpijn door beschadigingen aan het voetmatras.

Voetpijn door beschadigingen aan het voetmatras.

De voeten zijn de schokdempers van het lichaam.

Het hielvetkussen is een belangrijke structuur van de voet omdat het fungeert als een kussen om schokken te absorberen en plantaire kracht te verdelen tijdens het lopen.

Regelmatig komen er patiënten in de praktijk waarbij het hielvetkussen niet werkt zoals het moet doen, we noemen dit Fat pad syndrome.

Onder de voet bevindt zich een sterke plaat de plantaire aponeurose. Deze loopt van het hielbeen naar de middenvoetsbeentjes. Tussen de plaat en de huid ligt het fat pad, die zorgt voor bescherming en demping tussen de kwetsbare structuren zoals de huid, bot en pezen. 

 

Het vetkamersyteem is een uitloper van de plantaire aponeurose (Voetplaat).

Stel je een honingraad voor waarbij de kamers gevormd zijn vanuit de voetplaat, deze kamer bevatten vetcellen die verantwoordelijk zijn voor de demping. (Chang, 2022)

Vet kamer hiel (Bron: Google afbeeldingen)

 

Klinische commentaren en meningen van experts hebben gesuggereerd dat veroudering, letsel, herhaalde of langdurige overbelasting (bijv. duurlopers), overgewicht, onjuist schoeisel, steroïde-injectie en comorbiditeiten (bijv. chemotherapie, diabetes en reumatische aandoeningen) een negatieve invloed kunnen hebben op de structuur en functie van het hiel kussen (Tul, 2011)

Deze voorgestelde risicofactoren en structurele veranderingen kunnen deel uitmaken van de etiologie van fat pad syndrome. Het is onduidelijk of deze informatie is gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit. Atrofie van de hielkussentjes wordt beschouwd als de tweede belangrijkste oorzaak van hielpijn onder de hiel na fasciitis plantaris. (Chang, 2022)

Schade of irritatie van het fat pad gaat vaak gepaarde met klachten zoals een verdoofd gevoel of een stekende pijn. Pijn aan de randen en in het midden van de hiel. Soms aanwezig in onbelaste situatie (Nacht of in rust) Het kan ook voorkomen onder de voorvoet. Meestal zijn dit de zelfde soort symptomen maar onder de bal van de voet.

 

Door gebruik te maken van echografie en lichamelijk onderzoek kan de registerpodoloog de diagnose stellen. In het onderzoek word er gekeken naar de dikte van het hielkussen, 1 tot 2 centimeter is normaal in vergelijking tot mogelijk afname van het weefsel. Een te elastisch hielkussen kan betekenen dat uw hiel niet veel demping heeft, wat past bij het fat pad syndroom.

 

Regelmatig zijn er patiënten die zich geen raad weten nadat de diagnose fat pad atrofie is gesteld. Toch zijn er in de praktijk een aantal effectieve oplossingen mogelijk.

 

Op maat gemaakte inlegzolen, taping en training. Inlays zorgen voor meer drukonlasting in symptomatische gebieden, terwijl tapingprocedures erop gericht zijn de vetkamer structuur correct onder de calcaneus (Hielbot) te plaatsen. Sneaker met extra demping kunnen de voeten ondersteunen en de impact op de hielen verminderen. (Belhan, 2019)

(Taping: Bron: Google afbeeldingen)

 

Ook een interventie van de fysiotherapeut lijkt een positieve bijdragen te hebben.

Het aanpassen van de biomechanische voetpositie en neuromusculaire control Het in kaart brengen en verbeteren van spieronevenwichtigheden in de heup en knie kunnen helpen om de druk op de onderste ledematen te verminderen. Werken aan balans, proprioceptie om een betere dynamische controle rond de voet en enkel te krijgen. Het verhogen van de belastbaarheid door sport specifieke/dynamische oefeningen te doen. Dit bereid de voet en het onderste lidmaat voor op meer explosieve bewegingen om geleidelijk terug te keren naar volledige functie.

Kijken naar trainingstechniek met springen en landen (uitlijning / techniek tijdens bewegingen). (Wearing, 2011)

 

Vaak is er meer mogelijk dan je denkt! Ervaar jij deze klachten? Of heb je de diagnose fat pad syndrome gekregen en weet je niet wat je er mee kan?

Heb je na aanleiding van deze blog vragen. Neem contact met ons op en misschien kunnen we je helpen of voorzien van de juiste informatie.

10 GOUDEN WEETJES OVER PEESKLACHTEN

10 GOUDEN WEETJES OVER PEESKLACHTEN

Toffe gastblog van Jordi van Zelst

 

Er is veel wat we (nog) niet weten over peesklachten, maar er zijn ook duidelijke feiten. Hieronder onze 10 GOUDEN weetjes:

1) Peesklachten verbeteren niet met rust! De pijn kan wat minder worden, maar keert snel terug als de activiteit weer word opgevoerd. De rust draagt namelijk helaas niet bij aan het opbouwen van de tolerantie van de pees tijdens belasting.

2) Ondanks er enige ontstekingswaarden te vinden zijn bij peesklachten, is het geen klassieke ontstekingsreactie. Ontstekingsremmers kunnen helpen bij heftige pijn, maar hoeven niet gebruikt te worden voor het herstel van de pees (op de lange termijn kunnen ontstekingsremmers juist schadelijk zijn).

3) Peesklachten ontstaan door vele verschillende factoren. De belangrijkste is veelal een plotselinge verandering in activiteit (bijvoorbeeld harder lopen, grotere afstanden, springen, of ineens veel tillen en/of in de tuin werken). Sommige mensen hebben een groter risico door bijv. een slechte (spier)conditie of systemische factoren als leeftijd, menopauze (hormonaal), verhoogd cholesterol, verhoogd stressniveau, slecht eten/drinken, slaap deprivatie. Maar ook bij diabetes, darm- en/of huidaandoeningen heb je helaas een verhoogd risico.

4) (Kracht)training is de best bewezen behandeling voor peesklachten. Pezen dienen progressief belast te worden, zodat ze een betere tolerantie kunnen opbouwen om de activiteiten te kunnen ondersteunen die je van ze vraagt.

5) Aanpassing van de belasting is belangrijk om de pijn onder controle te krijgen. Dit betekent veelal een kortdurende vermindering van (sport)activiteiten, opgevangen door (kracht)oefeningen en alternatieve training (fietsen, zwemmen, crosstrainer, enz.).

6) De bevindingen van beeldvorming (echo, MRI) staan niet altijd in relatie met de pijn. Afwijkingen bij mensen zonder pijn zijn namelijk ook veel voorkomend. Beeldvorming kan wel helpen om een zogenoemde gelegenheidsdiagnose van de huisarts en/of vrienden en kennissen uit te sluiten, lees: veelal is er geen sprake van een slijmbeursontsteking 😉

7) Peesklachten verbeteren zelden op de lange termijn door alleen ‘passieve behandelingen’, zoals medicatie, massage, ultrageluid, ijs, dry-needling, injectie en/of shockwave. Shockwave kan, bij langdurige klachten, naast de actieve therapie, wel bijdragen aan herstelproces.

8) (Kracht)training dient gepersonaliseerd, op maat, te worden aangeboden. Gebaseerd op de pijn EN functie bij het individu. Er mag pijn gevoeld worden, maar niet teveel (max. 3 op een schaal van 0-10) en niet te lang aanhouden na de activiteit (let op de reactie binnen 24-48 uur).

9) Peesklachten sluipen erin, en sluipen er ook uit! Het herstel is veelal een langdurig proces. De pees herstelt langzaam, past zich gradueel aan de aangeboden belasting aan. Heb geduld en vertrouw het proces. Afsnijroutes, het proces versnellen, helpt helaas niet, ga niet te snel.

10) Zorg dat je bij de juiste professional zit. Veelal worden peesklachten niet begrepen, of ten onrechte aangezien voor een slijmbeursontsteking. Word je pijn niet minder, of je activiteiten niet beter, dan is het tijd om een goede professional te raadplegen.

“Alleen ga je snel, samen komen we verder.”

Sterkte daar en tot horens!

Sportieve groet,

Jordi
Check zijn website voor meer informatie: http://jordivanzelst.blogspot.com/

Shockwave therapie bij Loopfit Fahner

Shockwave therapie bij Loopfit Fahner

Shockwave therapie bij Loopfit Fahner

 

Op de donderdagmiddag kunt u bij Loopfit Fahner een afspraak maken voor shockwave therapie.

Wat is Shockwave therapie?

Een shockwave apparaat genereert geluidsgolven die zich in het lichaam voortzetten en zodoende een effect hebben op weefsel.

Shockwave therapie (ook wel ‘extracorporale shockwave therapie’ of ‘ESWT’ genoemd) is een behandeltechniek waarbij patiënten worden blootgesteld aan krachtige ‘schokgolven’, die door middel van een behandelkop nauwkeurig gericht worden zodat ze op de gewenste locatie in het lichaam een mechanisch effect hebben.

Hieronder enkele voorbeelden:

  • Hielspoor                                                                              
  • Peesplaatonsteking (Fasciitis plantaris)                     
  • Schoudercalcificaties
  • Tenniselleboog (Epicondylitis lateralis)                                                                                                          
  • Golferselleboog (Epicondylitis medialis)
  • Achillodynie (achillespeesklachten)
  • Shin splints (mediaal tibiaal stress syndroom)
  • Jumper’s knee
  • Slijmbeursonstekingen

 

U wordt behandeld door Joost Segers onze shockwave therapeut.

Slippers of geen slippers?

Slippers of geen slippers?

(Bron: Google afbeeldingen)

Teenslippers zijn al lang een populaire keuze voor zomerse schoeisel vanwege hun gemak en comfort. Echter, er is debat over de impact van het dragen van teenslippers. Deze blog onderzoekt de wetenschappelijke literatuur om een dieper inzicht te krijgen in de mogelijke effecten van het dragen van teenslippers op de voetgezondheid. Verschillende studies worden geanalyseerd om de voor- en nadelen van het gebruik van teenslippers te evalueren, met inbegrip van hun invloed op houding, spierkracht en het risico’s.

Inleiding

Teenslippers zijn een alledaags stuk schoeisel dat populair is geworden in veel delen van de wereld, vooral in warme klimaten. Ze zijn gemakkelijk te dragen, betaalbaar en beschikbaar in een verscheidenheid aan stijlen en kleuren. Echter, ondanks hun populariteit, hebben sommige mensen vragen gesteld over de impact van het dragen van teenslippers op de gezondheid en de invloed op de functie van de voeten.

In deze blog zullen we de wetenschappelijke literatuur onderzoeken om een beter begrip te krijgen van de mogelijke effecten van het dragen van teenslippers. We zullen kijken naar studies die de invloed van teenslippers op de voetgezondheid hebben onderzocht. Door deze informatie te verzamelen en te analyseren, hopen we een goed afgerond beeld te krijgen van de vraag of het gebruik van teenslippers goed of slecht is voor individuen.

Effecten op de Voetgezondheid

Een van de belangrijkste zorgen over het dragen van teenslippers is het effect ervan op de voetgezondheid. Sommige studies suggereren dat het dragen van teenslippers kan leiden tot problemen zoals platvoeten, hielspoor en andere vormen van voetpijn. Een studie gepubliceerd in het “Journal of the American Podiatric Medical Association” (Smith et al., 2017) vond bijvoorbeeld een verband tussen het regelmatig dragen van teenslippers en een verhoogd risico op voetklachten bij volwassenen.

Een mogelijke reden voor deze bevindingen is het gebrek aan ondersteuning en demping in de meeste teenslippers. In tegenstelling tot schoenen met een stevig voetbed en schokabsorberende zolen, bieden teenslippers vaak minimale ondersteuning aan de voetboog en kunnen ze leiden tot overmatige druk op bepaalde delen van de voet, zoals de hiel en de bal van de voet (Chang & Song, 2019).

Echter, het is belangrijk op te merken dat niet alle onderzoeken tot dezelfde conclusies komen. Sommige studies hebben geen significant verband gevonden tussen het dragen van teenslippers en voetklachten (Jones et al., 2018). Bovendien kunnen individuele factoren, zoals voetstructuur en looppatroon, een rol spelen in hoe mensen reageren op het dragen van teenslippers.

Effecten op Evenwicht en Veiligheid

Naast mogelijke effecten op de voetgezondheid, is er ook bezorgdheid geuit over het effect van teenslippers op evenwicht en stabiliteit. Omdat teenslippers een losse pasvorm hebben en geen enkelbandje om de voet bevestigen, bestaat de mogelijkheid dat ze gemakkelijk van de voet kunnen glijden tijdens het lopen, vooral op oneffen of gladde oppervlakken.

Een onderzoek uitgevoerd door Lee en collega’s (2020) onderzocht het effect van teenslippers op het looppatroon en evenwicht bij oudere volwassenen. De studie constateerde dat deelnemers die teenslippers droegen een verminderd evenwicht vertoonden in vergelijking met degenen die steviger schoeisel droegen, zoals sneakers of sandalen met een enkelbandje.

Dit gebrek aan stabiliteit kan het risico op struikelen of vallen verhogen, vooral bij oudere volwassenen of mensen met evenwichtsstoornissen. Als zodanig wordt het dragen van teenslippers mogelijk niet aanbevolen voor activiteiten waarbij stabiliteit en grip essentieel zijn, zoals wandelen op oneffen terrein of sporten.

Conclusie

In conclusie, het debat over het gebruik van teenslippers blijft voortduren, met zowel voor- als tegenstanders die argumenten aandragen voor hun standpunten. Hoewel teenslippers handig en comfortabel kunnen zijn voor kortstondig gebruik in warme omgevingen, is het belangrijk om rekening te houden met de mogelijke gevolgen voor de stabiliteit tijdens het gaan en staan.

Individuen die ervoor kiezen om teenslippers te dragen, moeten zich bewust zijn van de mogelijke risico’s en voorzorgsmaatregelen nemen om letsel te voorkomen. Dit kan het selecteren van teenslippers met een betere ondersteuning en grip omvatten, evenals het vermijden van activiteiten waarbij een goede stabiliteit essentieel is.

Verder onderzoek is nodig om een dieper inzicht te krijgen in de langetermijneffecten van het dragen van teenslippers op verschillende bevolkingsgroepen en om effectieve interventies te ontwikkelen om eventuele schadelijke effecten te verminderen. Alleen dan kunnen individuen weloverwogen beslissingen nemen over het gebruik van teenslippers en hun potentiële impact op gezondheid en veiligheid.

Referenties

Chang, W. P., & Song, J. (2019). The influence of wearing flip-flops on the biomechanics of the foot during walking. Gait & Posture, 68, 305-309